Geschiedenis

1895 – Het eerste deel van het blok op de hoek Teilingerstraat/Agniesestraat wordt gebouwd op te korte palen en in ‘eclectische’ stijl (een ratjetoe van wat toen mooi werd gevonden).    1905:  Het tweede deel (richting Vijverhofstraat) verrees tien jaar later in de stijl van Hollandse art nouveau.

1895 – 1980: De panden zijn eigendom van particuliere eigenaren, als belegging. Als in 1975 de ‘stadsvernieuwing’ begint onder leiding van de toenmalige wethouder Van der Ploeg (PvdA) blijkt het complex in handen te zijn van vastgoedbedrijf Provenu. Deze huisjesmelker verkoopt het blok (al dan niet gedwongen) aan de gemeente Rotterdam, die op grote schaal is gestart met renovatie en nieuwbouw in de ‘oude wijken’ rond het centrum.

1980: De hoek Teilingerstraat/Agniesestraat wordt door de gemeente in beheer gegeven aan de toenmalige woningstichting PWS. Die ontvangt, naast de gewone huur, jaarlijks fl.1000 per woning, van de gemeente Rotterdam en onderhoudt de woningen nauwelijks.. 

1980-1990: De hoek Teilingerstraat wordt overgeslagen in de stadsvernieuwing. De fundering is te zwak voor hoog niveau renovatie maar het blok is ook weer te aardig/beeldbepalend om te slopen. 

1990: PWS besluit het complex te slopen. Woningen worden niet meer verhuurd en dichtgetimmerd.

1992: De bewoners gaan zich verzetten tegen sloop. Er wordt op verzoek van de bewoners een onderzoek ingesteld door meerdere (bevriende) architecten, bouwkundigen en een funderingsexpert met als vraag: “Is sloop echt noodzakelijk? Nee, is de conclusie. Dichtgetimmerde woningen worden weer geopend en gekraakt. De Bewonersvereniging wordt opgericht. De bewoners vragen de gemeenteraad om sloop te voorkomen. De gemeente is immers nog steeds eigenaar. 

1993: De motie Hemelsoet (CDA) wordt aangenomen door de gemeenteraad. Een werkgroep van ambtenaren en bewoners werkt een plan uit voor wethouder Pim Vermeulen. De gemeente en de bewonersvereniging sluiten een beheerovereenkomst voor onbepaalde tijd. Wethouders Meijer Groenlinks) komt feliciteren. De bewoners regelen en doen voortaan alles zelf. Ze betalen alle vaste lasten (riool, OZB, etc.). Ze houden de woningen water en winddicht en vrij van aanschrijvingen door Bouwtoezicht. Zolang het ‘uit het oogpunt van veiligheid’ kan, gaat het zelfbeheer verder. 

2013: De bewonersvereniging heeft genoeg gespaard om de fundering van de in 1895 gebouwde panden te herstellen. Ruim € 600.000 is in kas. Wethouder Karakus (PvdA) slaat in 2014 de eerste paal.

2016: De gemeente Rotterdam wil de zelfbeheerovereenkomst beëindigen. Reden: Men wil het complex verkopen en zelfbeheer zal de prijs drukken. De Bewonersvereniging gaat niet akkoord en de gemeente gaat naar de rechter. 

2018: De rechter stelt de gemeente in het gelijk. Het zelfbeheer mag worden gestopt, omdat overeenkomsten voor onbepaalde tijd niet meer kunnen. De rechter wil wel dat de gemeente de kosten van het eerste funderingsherstel ad. € 560.000 terug geeft aan de bewonersvereniging. De bewoners hebben twee maal ingesproken bij de gemeenteraad om aandacht te vragen voor hun onzekere toekomst.

2020: Er is een koper gevonden voor het complex met wie de gemeente zaken wil doen en waarmee de bewonersvereniging gelukkig is. Een klassieke liefdadigheidsinstelling wil eigenaar worden  en biedt de bewonersvereniging een vruchtgebruik-akte aan. De vereniging gaat jaarlijks een vast bedrag betalen en zal de woningen opnieuw zelf beheren. De nieuwe eigenaar blijft op afstand. Met de gemeente is een koopcontract met een zwaar anti-speculatie beding gesloten. Doorverkoop aan een projectontwikkelaar of speculant is uitgesloten.